Het beeld van het bestaande woonhuis uit 1982 werd gedomineerd door afgeknotte lessenaarsdaken in verweerde betonpannen en betimmeringen in zwarte rabatdelen.
De opdrachtgever daagde uit om van de bestaande situatie te komen tot een eigentijds en duurzaam exterieur en nieuw tuinplan.
Er is gekozen voor daadkrachtige volumes in zowel massa als materiaalgebruik en die duidelijk met elkaar te vervlechten door de hellende en staande vlakken boven de parterre volledig in gepatineerd zink uit te voeren en als contrast de wanden van de parterre wit te stuken
Als tegenhanger van de hoofdvolumes het platte dak met de overstekken als horizontale plaat en de schoorsteen als verticaal accent. Op dit platte dak een dakterras met een slank stalen frame met dradenraster als dek en borstwering. Het dek dient als drager van klimplanten.
De hoog opgetrokken robuuste voorgevel verbergt het spel met de volumes, mede om de privacy op het dakterras te waarborgen en is uitgevoerd in grof zwart stukwerk en wordt manifest door antracietkleurige rotsblokken die in het maaiveld tegen deze gevel “gestort” zijn.
Ook in het tuinplan hebben we lineaire kaders aangegeven. Hierdoor is het totaal een interessante architectonisch gedurfde oplossing geworden, omdat de opdrachtgever vertrouwen gaf en ruimte hiervoor bood.