Het betreft het oudst bewoonde klooster van Nederland waar vanaf 1371 tot heden Kruisheren wonen en werken. Met de Stichting Kloosterarchieven Nederland, een samenwerking tussen andere orden en congregaties, wordt er gewerkt aan een centrum voor kloosterlijk erfgoed.
Er was behoefte aan een goed geconditioneerde, “bomvrije” ruimte - een depot waar de zeer waardevolle boeken en voorwerpen op een verantwoorde manier ondergebracht kunnen worden - gecombineerd met ondersteunende en publieksruimten.
Het bestaande gebouw was, door constructie en bouwfysica, niet geschikt te maken als depot. Daarom is gekozen om dat in een vrijstaand “bijgebouw” onder te brengen, gekoppeld aan het klooster d.m.v. een tussenlid. Situatief vormt het nieuwe bouwblok aan de achterzijde een extra hofruimte en aan de tuinzijde gaat het een relatie aan met de bestaande schuren. Terughoudende vormgeving en materiaal- en kleurgebruik ondersteunen het respect voor het bestaande monumentale klooster. Omdat de overige ruimten (te) royaal ondergebracht konden worden in het bestaande klooster, is er voor gekozen om een in de jaren vijftig aangebrachte extra verdieping, weer te verwijderen en de oorspronkelijke bouwhoogte te herstellen.
De westvleugel heeft verder een functionele en cosmetische aanpassing ondergaan, waarbij ook de detonerende gevelkozijnen uit de jaren vijftig, zijn aangepast.