Welstandszorg

We leven in Nederland op elkaars lip. Als iemand hier wat bouwt ondervinden anderen daar bijna altijd de invloed van, zowel in positieve als in negatieve zin. We bouwen dus nooit alleen voor onszelf. Of het nu om een woning of om een landbouwschuur gaat, een fabrieksgebouw of een dakkapel, er is altijd een omgeving aanwezig waarin zo'n bouwwerk moet passen. En er zijn altijd anderen die van die omgeving gebruik moeten maken omdat ze er wonen, werken of hun vrije tijd besteden. Bovendien bouw je niet alleen voor nu: een gebouw staat vaak meer dan vijftig jaar en neemt al die tijd een stuk van de schaarse ruimte in beslag.

Gebouwen maken die in de omgeving passen is niet altijd even eenvoudig. Je moet niet alleen een buitenkant, maar ook een binnenkant maken. De eisen die aan de binnenkant van een gebouw worden gesteld zorgen nog niet automatisch voor een goede buitenkant. Ook kan het voorkomen, dat de opdrachtgever of ontwerper eisen aan het gebouw stelt die verhinderen dat het gebouw zich in de omgeving kan voegen. Dan moeten er belangen worden afgewogen.

Als een gebouw er goed uitziet en in zijn omgeving past, zeggen we dat het "wel-staat". Omdat bouwen de omgeving be�nvloedt en dus de gemeenschap, is de zorg voor dit welstaan, de "Welstandszorg", een overheidstaak. De overheid kan en mag dit niet alleen aan het particuliere initiatief overlaten. Zij moet belangen afwegen en een beslissing nemen. Maar wat zijn de juiste argumenten om zo'n beslissing te nemen? En hoe sluit je partijdigheid of willekeur uit? Het zal duidelijk zijn dat hiervoor een onafhankelijk en deskundig adviesorgaan noodzakelijk is. Dat is de Welstandscommissie. Zij adviseert het College van Burgemeester en Wethouders bij bouwvergunningsaanvragen. Zij moet dit doen op basis van "redelijke eisen van welstand", zoals dat in de Woningwet omschreven is. Dat houdt in, dat de zwaarte van de eisen die aan het uiterlijk van een bouwwerk worden gesteld moet samenhangen met de invloed die dat bouwwerk op de omgeving zal hebben. Hoe groter die invloed, hoe zwaarder de eisen. Zo kan het zijn, dat in een kwetsbare historische omgeving een bepaald ontwerp niet aan redelijke eisen van welstand voldoet, terwijl hetzelfde plan in een neutralere omgeving zonder meer zou worden goedgekeurd. De eisen die aan een voorgevel gesteld worden zullen in het algemeen hoger zijn dan die aan een achtergevel.